In een vorstperiode is de luchtvochtigheid buiten erg laag. Droge vrieslucht voelt onaangenaam, vooral bij een schrale Oostenwind. De luchtvochtigheid die buiten gemeten wordt is ook erg afhankelijk van de klimatologische omstandigheden. Als sprake is van een zeeklimaat zal de luchtvochtigheid altijd hoger zijn dan in een woestijnklimaat. De luchtvochtigheid van de buitenlucht wordt gemeten met een weerstation. Voor het meten van de vochtigheidsgraad van de lucht kan men kiezen voor een analoog of een digitaal weerstation.